Selecteer een pagina

Er was eens … een dikke prinses

Eline woonde in een mooi kasteel in een prachtig dorp met groene weiden en een reusachtig meer. Maar ze vond het thuis niet zo fijn. Haar ouders waren bijna nooit thuis en haar grote zus, Annabel, had een hekel aan haar. Annabel maakte altijd opmerkingen over Eline: dat ze dik was, dat ze een dikke buik had en een dubbele kin. Dat zoiets niet hoorde voor een prinses en dat ze moest afvallen zodat ze een échte prinses kon worden.

Daarom voelde Eline zich geen echte prinses. Ze was heel onzeker en verborg haar lichaam in wijde kleren die ze niet mooi vond. Ze probeerde om zo weinig mogelijk te eten en keek tijdens het avondeten verlangend naar de lekkere desserts die Annabel altijd naar binnen werkte.

Ze deed heel erg haar best, maar ze had dikwijls zó ’n honger! Dan ging ze naar de keuken om dingen uit de kasten en de koelkast te halen, en smokkelde dat mee naar haar geheime verstopplaats in het kasteel. Daar kon niemand haar zien en voelde ze zich veilig.

Enkel haar tante Iris was altijd lief voor Eline. Iris was ook dik. Maar als ze samen waren, dan deed dat er niet meer toe. Ze vertelden verhalen tegen elkaar, keken films, lachten en gierden tot hun wangen pijn deden. Iris vertelde ook altijd hoe mooi Eline was en dat ze ook gelukkig kon zijn als ze dik was. Maar dat kon Eline niet onthouden, want tante Iris kwam niet zo dikwijls op bezoek en haar woorden hoorde ze niet zo dikwijls als de opmerkingen van Annabel.

Op een mooie lentedag werd Eline wakker door de warme zonnestralen die door het venster schenen en op haar armen vielen. Ze zag de stralende blauwe lucht en vond het de perfecte dag om buiten te gaan schommelen.

Toen ze naar de tuin wandelde, zag ze een eindje verderop Annabel en haar vriendinnen zitten. Eline hoopte dat ze onopgemerkt voorbij het groepje zou kunnen geraken, maar toen ze haar zagen, begonnen ze allemaal te roepen:

“Vet varken! Dikke koe! Aangespoelde walvis!”

Ze waren extra gemeen vandaag en Eline barstte in tranen uit.

Ze liep de tuin uit, weg van het kasteel, weg van alles, terwijl de tranen over haar wangen stroomden. Na een tijdje werd ze moe en stopte Eline even om te kijken waar ze was. Ze zag een boerderij met allemaal varkens en zette zich op een steen naast een hek. Terwijl ze haar tranen aan het afvegen was, hoorde ze opeens:

“Waarom ben je zo verdrietig?” Een rond, roze varken keek haar nieuwsgierig aan. Eline viel bijna van haar steen af, want een sprekend varken, dat kon toch niet? Ze dacht dat ze droomde en antwoordde: “Wel, kijk hoe ik eruitzie! Ik ben dik en lelijk!”

“Is er iets mis met dik zijn dan?”, vroeg het varken. “Vind je dat er iets mis is met mij? En mijn oma ginds? En mijn neefjes? Wij zijn ook allemaal dik. Vind je ons ook lelijk?”

“O nee,” antwoordde Eline gehaast, “ik vind jullie helemaal niet lelijk en er is niks met jullie.”

“Waarom zeg je dat dan?” vroeg het varken.

“Wel,” zei Eline, “voor varkens is het ok om dik te zijn, maar voor mensen niet.”

“Oh? Maar ik zie hier elke dag heel veel mensen voorbijkomen. De ene is dun, de andere dik, nog anderen ertussenin. Is dat dan niet ok? Vind jij misschien dat iedereen er hetzelfde moet uitzien? Allemaal even dun? En moet iedereen dan ook ineens even groot zijn, en dezelfde haarkleur hebben en dezelfde muziek leuk vinden?”

“Nee, dat zou wel een beetje saai zijn”, mompelde Eline.

“Dat denk ik ook!”, riep het varken. “Dus waarom zou iedereen dan hetzelfde lichaam moeten hebben?”

Daar wist Eline geen antwoord op.

“Geloof me maar, lieverd,” ging het varken verder, “er is helemaal niks mis met jou en hoe je eruitziet. Het is ok om dik te zijn.”

Wat was ze blij om die woorden te horen! Het is ok om dik te zijn.

“Sluit eens even je ogen en steek je armen uit”, zei het varken. Eline deed wat van haar gevraagd werd.

“OK, kijk maar weer.”

Ze opende voorzichtig haar ogen en zag dat er rond haar pols een armbandje zat waar een klein varkentje uit hout aan hing.

“Hou dit maar goed bij. En telkens als je denkt dat je lichaam niet goed genoeg is, dan denk je maar aan mij en wat ik je net verteld heb.”

Eline keek vol verwondering naar haar nieuwe juweel en bedankte het varken uitvoerig. Terwijl ze verder wandelde, dacht ze na over de woorden die ze net gehoord had. Ze was helemaal in gedachten verzonken toen ze voorbij een grote groene wei wandelde.

“Wat is er aan de hand? Je kijkt alsof je met een groot probleem zit.”

Eline keek op en zag een mooie koe. Ze legde uit dat ze net heeft geleerd van Varken dat het ok is om dik te zijn. “Maar,” ging ze verder, “het is niet omdat het ok is, dat het ook gemakkelijk is om dik te zijn. Iedereen geeft altijd maar opmerkingen over mijn lichaam en zegt dat ik moet afvallen en op dieet moet gaan.”

“Maar dat wil je eigenlijk niet?”, vroeg de koe.

Eline schudde zachtjes met haar hoofd.

“Waarom niet?”

“Omdat ik dat al zo lang probeer. Maar ik vind het niet fijn om altijd honger te hebben. En ik vind het ook niet fijn om in mijn hoofd alleen maar bezig te zijn met hoeveel ik mijn lichaam haat.”

“Dat zou ik ook niet fijn vinden,” beaamde de koe. “Maar weet je, andere mensen hebben helemaal niks te zeggen over jouw leven. Het is jouw leven en jouw lichaam en jij mag zelf beslissen wat jou gelukkig maakt.”

Eline keek haar vol ongeloof aan.

De koe ging verder: “En als dat betekent dat jij vanaf nu jezelf en je lichaam graag wilt zien, dan heb je daarvoor geen goedkeuring of toestemming nodig van anderen.”

De ogen van de prinses werden opeens heel groot.

“Echt?”, vroeg ze vol hoop.

“Echt waar”, verzekerde de koe haar.

“Sluit eens even je ogen en steek je armen uit”, zei de koe. Opnieuw deed Eline wat van haar gevraagd werd. Toen ze haar ogen weer opende, hing er een tweede figuurtje aan haar armband: een koe uit hout gesneden.

“Telkens als iemand een opmerking maakt over jou of je gewicht, dan kijk je maar naar dat figuurtje en denk je aan mij en wat ik je net verteld heb,” zei de koe.

Eline was blij, want door de woorden van de koe voelde ze zich weer sterker. Ze wandelde verder en na een tijdje was ze aan het meer aanbeland. Ze ging zitten en staarde naar het water, terwijl ze nadacht over wat Koe haar verteld had. Plots sprong er een walvis uit het water en bleef voor Eline drijven.

“Alles ok?”, vroeg de walvis. “Je ziet er niet erg vrolijk uit.”

“Ik heb net geleerd van Varken dat het ok is om dik te zijn en van Koe dat ik geen goedkeuring of toestemming nodig om te houden van mezelf en mijn lichaam.”

“Dat zijn wijze lessen,” zei de walvis.

Eline knikte. “Maar,” ging ze een beetje sip verder, “als ik dik blijf, gaan mensen dan nog wel vrienden met me willen zijn?”

“Zeg eens, prinses, jouw tante Iris is toch ook dik, niet?”

Eline knikte weer.

“En vind jij het fijn om tijd door te brengen met haar?”, vroeg de walvis.

“O ja!”, riep Eline. “Zij is de leukste tante van de wereld!”

“Waarom vind je dat?”, vroeg de walvis nieuwsgierig.

“Wel, omdat ze altijd zo leuke grapjes vertelt. En ze kan heel goed voorlezen. En we bakken altijd zo lekkere koekjes samen. En ze is heel lief en helpt me met mijn huiswerk als ik iets niet begijp.”

“Dus”, zei de walvis, “alle dingen die je leuk vindt aan haar hebben niets te maken met haar lichaam.”

“Dat klopt.”

“Dat is voor jou dan toch hetzelfde? Jij bent ook grappig en slim en lief en nog heel veel andere dingen. En wie dat niet ziet omdat ze niet verder willen kijken dan jouw lichaam, dat zijn mensen met wie je liever geen vrienden wilt zijn.”

Walvis ging verder: “Je bent veel meer dan alleen je lichaam, lieve prinses, en al die dingen samen maken van jou een prachtig mens.”

Eline voelde een traan langs haar wang glijden.

“Sluit eens even je ogen en steek je armen uit”, zei de walvis. Eline wist wat er ging gebeuren en inderdaad, toen ze haar ogen weer opende, zag ze een houten walvis aan haar armband bengelen.

“Zie je dat figuurtje?”, vroeg de walvis. “Wanneer je voelt dat mensen niet verder kunnen kijken dan je lichaam, dan kijk je ernaar en denk je maar aan mij en wat ik je net verteld heb.”

Eline gaf de walvis een dikke knuffel en ging verder op pad. Het was ondertussen al laat, dus ze vertrok richting huis. Onderweg fluisterde ze continu de drie lessen die ze net had geleerd:

Het is ok om dik te zijn. Ik heb geen goedkeuring of toestemming nodig om te houden van mezelf en mijn lichaam. Ik ben meer dan alleen mijn lichaam.

Toen ze weer thuiskwam, was Eline doodmoe. Ze ging naar haar kamer en viel onmiddellijk in slaap. De volgende ochtend werd ze wakker en dacht ze dat haar avontuur van de dag ervoor een droom was. Want varkens en koeien en walvissen konden toch niet praten?

Ze glimlachte en rekte zich uit. Terwijl ze uit bed stapte, voelde ze iets rond haar pols. Ze strekte haar arm uit en haar ogen werden groot van verbazing toen ze zag dat ze een armband droeg met drie houten figuurtjes aan. Het was dus toch geen droom!

Eline hoorde onmiddellijk weer alle mooie woorden die ze gisteren geleerd had en voelde zich sterker dan ooit. Ze ging fluitend naar de keuken, waar Annabel al aan de ontbijttafel zat. “Waarom ben jij zo vrolijk, dik varken?”, snauwde ze.

Eline lachte, ging recht voor haar zus staan en zei:

“Ja, ik ben dik, maar dat is helemaal ok. Ik heb geen goedkeuring of toestemming nodig van jou om te houden van mezelf en mijn lichaam. En als jij niet kan zien dat ik meer ben dan alleen mijn lichaam, dan is dat jouw probleem en hebben we verder niets meer tegen elkaar te zeggen. Bemoei jij je maar gewoon met jouw leven, zodat ik eindelijk aan dat van mij kan beginnen.”

Eline nam het bord dat voor Annabel op tafel stond en begon er smakelijk van te eten. Annabel was stomverbaasd en kon geen woord meer uitbrengen.

Het was een doodgewone dag voor iedereen anders, maar voor Eline was het de eerste dag van haar nieuwe leven. Ze geloofde elke dag meer en meer wat Varken, Koe en Walvis haar geleerd hadden. Ze voelde haar zelfvertrouwen elke dag een beetje meer groeien en werd elke dag een beetje meer zichzelf. Ze was eindelijk de prinses die ze altijd al had willen zijn.

En ze leefde nog dik en gelukkig.